Over een paar dagen schuiven we in de ochtend weer aan voor het paasontbijt. Of is het nou Paasontbijt? En schrijf je Pinksteren nu met een grote of kleine letter? In dit blog leg ik je uit hoe je de namen van feestdagen schrijft.

Hoofdletter

Namen van feestdagen en (vaak religieuze) feesten schrijf je met een hoofdletter. Het is dus Pasen, Koningsdag, Pinksteren, Hemelvaart, Bevrijdingsdag, Moederdag, Sinterklaas en Kerstmis.

Kleine letter

De kleine letter gebruik je bij samenstellingen. Je combineert de naam van een feestdag met een ander woord: paasei, paasontbijt en eerste paasdag. En op Moederdag (dat is trouwens over een paar weken) geef je een moederdagcadeau. Dat betekent dat je dus ook aanschuift bij het kerstdiner en een kleine letter ook hoort bij kerstvakantie.

Formeel versus informeel

Er is nog een andere regel die je kunt onthouden, maar die is misschien wat moeilijker. Toch leg ik ‘m even uit. Je kijkt dan naar de formele en informele aanduiding. Kerstmis krijgt dus een hoofdletter want dat is de officiële naam. Een niet-officiële naam is kerst. Zo is ook Werelddierendag met een hoofdletter, maar het informele dierendag met een kleine letter.

Uitzondering

Er is één uitzondering en dat is Hemelvaart. Zoals je ziet schrijven we Hemelvaartsdag wel met een hoofdletter, ook al is dat een samenstelling.

Samengevat

Ik heb de uitleg ook nog even samengevat. Print dit uit en hang het in de buurt van je bureau zodat je voortaan iedereen op de juiste manier fijne feestdagen wenst!

Veel plezier met Pasen!